Home


Organisatie
Administratie / Commissies / Kamers


Dat burgerlijk snelrecht steunt essentieel op een directe inspraak der partijen en confidentiële debatten.

De scheiding der machten (administratieve orde, rechtsmacht en uitvoerende macht), de onafhankelijkheid tegenover één Staat of beroepsverenigingen en het recht op een graad van beroep garanderen de basisprincipes van gelijkheid en neutraliteit.

De scheiding der machten

Het fundamenteel principe van arbitrage, zoals elke rechtspraak, bestaat in de scheiding der machten tussen :

  • De administratieve orde wordt toevertrouwd aan het algemeen secretariaat dat de administratieve taken verdeeld tussen haar departementen (verzoeningsdienst, griffies, vorming, informatica) en heeft een regulerende rol door het reglement van arbitrage te actualiseren.
  • Het rechtsorgaan, bestaande uit arbitragecommissies, beslecht de geschillen en vervult de arbitrageopdrachten volgens het reglement van arbitrage.
  • De uitvoerende macht levert de uitvoerbare titel af nadat de nationale rechter volgens de conventie van New York maar twee elementen controleert : 1) is het geschil vatbaar voor arbitrage, 2) is het vonnis niet tegen de openbare orde. De gedwongen uitvoering gebeurt dan zoals voor elk ander vonnis door de gerechtsdeurwaarder.

De neutraliteit van de instelling, dat geen beroepsvereniging privilegieert, geen banden heeft met hen, noch met één der partijen, noch met één Staat, getuigt van haar onpartijdigheid.

Haar discretie, met confidentiële debatten vergroot de sereniteit en leidt tot een sneller resultaat.

Het reglement van arbitrage

Arbitrage onderscheidt zich essentieel van de nationale rechtbanken door de publieke debatten te vervangen met een participatieve en confidentiële spoedprocedure dat sedert het in voege treden van het standaard reglement, Standard Dispute Rules (SDR) veel eenvoudiger is geworden.

Destijds stelden de partijen zelf procedureregels op of verwezen ze naar een summier reglement dat niet altijd voor alle soorten geschillen kon dienen. Dit had voor logisch gevolg dat vele advocaten die rechtspraak niet genegen waren.

Twee graden van rechtspraak

Het standaard reglement voorziet twee rechtsniveaus, een eerste aanleg voor een arbitragecommissie (arbitrale rechtbank) met één arbiter en een graad van beroep met een college samengesteld uit drie arbiters. Het is slechts met kennis van zaken, na het ontstaan van het geschil, dat partijen afstand mogen doen van hun fundamenteel recht op hoger beroep.

De zetel van arbitrage

De zetel van arbitrage hangt niet af van de nationaliteit der partijen maar van hun keuze. Het land van arbitrage mag zelfs verschillen van het land van de hoorzittingen.

Sommige landen kennen een grotere soepelheid toe aan internationale arbitrages. Het standaard reglement (SDR) voorziet bijgevolg dat de wetten van de zetel van arbitrage gelden, behoudens ander afspraak tussen de partijen.

Partijen kunnen door het standaard reglement (SDR) ten volle genieten van de universele bevoegdheid van arbitrage waardoor de arbitragecommissie (arbitrale rechtbank) in gelijk welk land kan zetelen, ongeacht de nationaliteit der partijen, hun taal of de plaats van de hoorzittingen.

De commissies

Elke commissie is gespecialiseerd in een bepaald domein en zetelt volgens de wens der partijen in het land van hun keuze. Een commissie heeft soms verschillende Kamers van Arbitrage en Mediatie.

De griffie

De griffie is het secretariaat van een arbitragecommissie of kamer, organiseert de procedure, stelt de brieven op naar de partijen en duidt de arbiter(s) aan. Zij staat de arbiter bij in administratieve taken, legt met hen de dag en de locaties van de hoorzittingen vast, controleert de vonnissen op materiële fouten, betekent deze aan de partijen en legt deze neer bij de publieke rechtbank voor een eventuele gedwongen uitvoering.

De advocaten

Elke partij mag zijn advocaat aanstellen en wordt een rechtsplegingsvergoeding toegekend dat gelijk is aan deze van de staatsrechtbank in het land van uitvoering.